Alles wat wij eten en drinken is samengesteld uit verschillende voedingsstoffen. Die leveren allemaal een bepaalde hoeveelheid energie, ook wel calorieën genoemd. Een calorie is dus een maat voor de hoeveelheid energie in eten. De hoeveelheid energie wordt berekend in kilocalorieën (afkorting kcal). Neem bijvoorbeeld een cracker. Op de verpakking staat: 56 kcal per stuk.

Je lichaam gebruikt die calorieën om te functioneren. Denk aan het bewegen van je lichaam als je loopt of rent. Maar ook gewoon het kloppen van je hart, ademhalen, enzovoort. Alleen voor die hele gewone dingen (de basisfuncties) heeft je lichaam al zo’n 1.200 calorieën per dag nodig. En als je daar bovenop veel beweegt, heeft je lichaam op een dag meer energie nodig dan als je weinig beweegt. Kortom, bij alles wat je doet, ‘verbrand je calorieën’.

Soms wordt de energie ook uitgedrukt in joules: 1 calorie = 4,18 joule. 1.200 kilocalorieën (kcal) is dus 5.016 kiloJoule (kj). Gewoon x 4,18.